Prenatale screening

NIPT

De NIPT ( Niet Invasive Prenatale Test) is een onderzoek waarbij bloed van de zwangere wordt afgenomen en onderzocht. Het laboratorium onderzoekt het DNA in het bloed op chromosoomafwijkingen en kan zo bepalen of het kind down-, edwards- of patausyndroom heeft. In het bloed van de zwangere zit DNA dat afkomstig is van de placenta (moederkoek) en DNA dat afkomstig is van de moeder. Het DNA van de placenta is bijna altijd hetzelfde als het DNA van het kind.

 

Je kunt de NIPT laten doen vanaf 11 weken zwangerschap.

 

Het laboratorium kan ook andere chromosoomafwijkingen dan down-, edwards- of patausyndroom vinden bij het kind, in de placenta en zeer zeldzaam bij de zwangere zelf. Dat zijn dan nevenbevindingen.  Om zeker te weten om wat voor nevenbevindingen het gaat, is vervolgonderzoek nodig, meestal vruchtwaterpunctie of vlokkentest.

 

Jij beslist zelf of je nevenbevindingen wilt weten.

 

Vanaf 1 april 2017 kunnen alle zwangeren in Nederland kiezen voor de NIPT, maar dat kan alleen als je meedoet aan een wetenschappelijke studie (TRIDENT-2). Als je kiest voor de NIPT, geef je toestemming dat onderzoekers jouw gegevens mogen gebruiken. Hiervoor teken je een toestemmingsformulier.

 

Meer informatie over NIPT kan je lezen op meerovernipt.nl.